Toneel: het leven in een leven – Ellen over Nola, overpeinzing III

In aanloop naar de expositie Surinaamse School die eind 2020 in het Stedelijk Museum Amsterdam te zien zal zijn, post schrijfster en Nola Hatterman-kenner Ellen de Vries, die het initiatief tot deze tentoonstelling nam, de komende maanden regelmatig een blog waarin Nola Hatterman centraal staat.

Welkom terug, jubelde het Stedelijk Museum Amsterdam onlangs. In Nederland zijn de maatregelen rondom corona immers een stuk soepeler geworden. Vanaf 1 juni zwaaiden de Nederlandse museumdeuren na de corona-quarantaine weer open. Dat zal in Suriname nog even duren. In elk geval tot 22 juni 2020 is er een totale lockdown. Voor de versoepeling in Nederland inging kon de thuisblijver zich laven aan Stedelijk at home, met online minidocs, podcasts, audiotours en video-opdrachten. De laatste opdracht betrof Nola Hattermans schilderij ‘Op het terras’ uit 1930. Kunstdocent Oskar Maarleveld vertelt daarin begeesterd over de fraaie compositie van dit schilderij, waarin hij de theaterachtergrond van de kunstenares herkent: ‘Het lijkt net een scene uit een film of  voorstelling.’ Interessant om vanuit die invalshoek naar haar werk te kijken.

E over N III 1
‘Op het terras’, tijdens de expo Geen kunst zonder kunnen [No art without artistry]Geen kunst zonder kunnen in Readytex Art Gallery, Paramaribo, Suriname, maart 2020 / FOTO Ellen de Vries

Spaanse griep

Nola behaalde haar diploma aan de Amsterdamse toneelschool in de tijd dat de Spaanse griep ­­– de corona van Nola’s generatie – wild om zich heen maaide. Alleen al in Amsterdam eiste dit virus zo’n 2.000 slachtoffers. Doodskistenmakers maakten overuren. In Amsterdam waren de scholen – in tegenstelling tot elders in het land – tijdens de epidemie gewoon open gebleven.

Met haar diploma op zak stapte Nola in 1918 de bühne op. Wie de speellijsten doorneemt stuit op fameuze regisseursnamen als Eduard Verkade, Herman Heijermans en Louis Bouwmeester. De toneelspelers met wie ze samen op de planken stond waren de BN-ers van hun tijd: de Bouwmeesters, Johan Kaart senior, Esther de Boer-van Rijk (‘Kniertje’), Else Mauhs en Albert van Dalsum. Nola speelde in prestigieuze toneelstukken van gerenommeerde auteurs als Ibsen, Shakespeare, Vondel en Zola, maar was ook te zien in kluchten en boerendrama’s. Ze speelde (piep)kleine rolletjes in een viertal ‘stomme’ films. In de zwijgende klucht van Theo Frenkel senior uit 1920, De bolsjewiek‘, is de rijzige Nola de charmante dienster die whisky en sigaren serveert. De filmindustrie stond merkbaar in de kinderschoenen. De interieurbeelden werden op de binnenplaats van de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam geschoten. De wind speelde vrijelijk met de haartooien van de acteurs, de lampen dansten heen en weer en  als de zon achter de wolken verdween was de scene plotseling in donker gehuld.

‘De bolsjewiek’

In 1920 was ze bovendien te zien in de musical ‘De Jantjes’ waar ze terstond viel voor de charmes van de regisseur van het stuk,  de acteur en schrijver Maurits de Vries. In 1931 zou ze met hem trouwen. Van lange duur was het huwelijk overigens niet.

Tekenen en schilderen deed Nola van kindsaf aan. Als tiener kreeg ze les van de Italiaanse schilder Vittorio Schiavon. Op de toneelschool was de schilder Gerrit Willem Knap haar docent voor de vakken Tekenen, Plastiek en Kostuumkunde.

Af en toe duiken werken op die herinneren aan haar toneeltijd. Onlangs veilde Amsterdams oudste veilinghuis De Zwaan voor de hamerprijs van € 1.500 de tekening van Elisabeth de Nijs, kostuumnaaister bij de Stadsschouwburg en gehuwd met de acteur, toneelschrijver en regisseur Jan Lemaire junior.

E over N III 2
Twee werken van Nola die onlangs werden geveild bij veilinghuis De Zwaan

Dekolonisatie

In 1978, toen ze al een kwart eeuw in Suriname woonde, vertelde ze aan de Surinaamse journalist Henk Doelwijt van het maandblad Tori waarom ze destijds voor toneel koos.

‘Wat mij aantrok in het toneel, was het leven in een leven. Het was een vluchthaven voor het onrechtvaardige in het leven, het onrechtvaardige tussen man en vrouw. De vrouwen hadden een gediskrimineerde rol. (…). Bij het toneel was de vrouw gelijk aan de man.’

Het antwoord getuigt eerder van pragmatisme dan passie. Nola bereikte nimmer de status van een toneeldiva met grote, dragende rollen. Ze besloot van haar eerste liefde, tekenen en schilderen, haar levensvervulling te maken.

Toen ze in 1930 het schilderij met de filmische scène ‘Op het terras’ voltooide, was het theaterdoek al gevallen. Vanuit haar achtergestelde positie als vrouw voelde ze lotsverbondenheid met de onderdrukten. Ze maakte de achterstelling van Indische Nederlanders maar vooral (Afro-)Surinamers tot het thema van haar werk en leven en propageerde een ‘zwart’ in plaats van ‘wit’ schoonheidsideaal.

Nola Hatterman verkeerde in communistische (kunstenaars)kringen die vorm wilden geven aan een andere wereldorde. Dekolonisatie was daarin een belangrijk thema. In de jaren dertig kruiste de zwarte vrijheidsstrijder Anton de Kom haar pad. Zijn biografen, Rob Woortman en Alice Boots, suggereren dat Nola vanwege haar toneelachtergrond De Kom inspireerde tot het schrijven van het filmscript Tjiboe. Tjiboe gaat over de schijnbaar onmogelijke liefde tussen een zwarte Marronjongen en een wit Hollands meisje. Of dat zo was, weet ik niet, maar het lijkt er op dat haar toneelachtergrond een rol bleef spelen.

Toen in mei 1945 een eind was gekomen aan de verschrikkelijke Tweede Oorlog die zoveel slachtoffers onder haar zwarte en witte (kunstenaars)vrienden had geëist (onder wie Anton de Kom), lieten Nola en haar Surinaamse vrienden zich niet onbetuigd. Surinamers lieten met hun praalwagens zien dat ook zij hadden bijgedragen aan de vrijheid. Nr. 19 droeg de titel ‘In trouwe verbondenheid’. Nola ontwierp het decor.

Er moet nog een Surinaamse wagen nr. 20 zijn geweest met het motto ‘West-Indië strijdt mee’. Nr. 18 ‘Garoeda’ was van de Perhimpunan Indonesia (PI: associatie van studenten uit Nederlands-Indië). Tijdens het bevrijdingsfeest herinnerde de PI eraan dat Nederlands-Indië/Indonesië nog steeds bezet was en dat Koningin Wilhelmina in 1942 de Nederlandse koloniën een andere bestuursvorm had beloofd.

Met dank aan Mark Ponte.

‘Na fesie’

Dat was Suriname evenmin ontgaan. Na de oorlog stak een nieuwe generatie Surinamers, donkergekleurde jongens uit de midden- en volksklasse, de oceaan over om in Nederland te gaan studeren. Een onafhankelijk Suriname leek binnen bereik. Nola steunde het onafhankelijkheidsstreven van deze groep studenten, onder aanvoering van de nationalist Eddy Bruma. Toen het idee bij Bruma postvatte om zijn toneelstuk ‘De geboorte van Boni’ op te voeren, ontwierp Nola vanzelfsprekend het decor. Bovendien stelde ze haar huis aan de Falckstraat – zoete inval voor veel Surinamers – ruimhartig beschikbaar voor de repetities. De regisseur Edwin Thomas wist ze te strikken voor de regie van het stuk waarin de professionele steracteur Otto Sterman meespeelde en Frits Pengel als de held Boni de hoofdrol vervulde. In 1952 vond in Amsterdam de première plaats.

Hein Eersel over zijn rol in het toneelstuk ‘De geboorte van Boni’. Een portret van Milton Kam (camera) en Ellen de Vries, te zien bij Sranan Art Xposed op Vimeo.

E over N III 3 AK (1)
Decor van De geboorte van Boni (1952). Spelers in het stuk o.a.: Frits Pengel, Imro Kambel, William de Vries, E. Frijmersum, Hein Eersel, William Manhoef, Otto Sterman, Prins Kaya, Carla Veldhoek en Paula Ribbens / FOTO ©Maria Austria. Collectie Maria Austria Instituut. Met dank voor het gebruik!

De spelers van het stuk dat een onafhankelijk Suriname symboliseerde legde ze vast op het doek: ‘Na Fesie’ (De toekomst).  Het bleef achter op de schildersezel, toen ze in het kielzog van haar afgestudeerde vrienden naar Suriname trok. Op de kraag van een van de afgebeelde mannen penseelde ze: ‘Niet voltooid. Vertrokken naar Suriname. 1953’. De repro van dit iconische groepsportret is straks te zien in het Openluchtmuseum Fort Nieuw Amsterdam in Commewijne, Suriname. Het origineel is toe aan een restauratiebeurt, heel misschien reist het tijdelijk terug naar Amsterdam voor de expo Surinaamse School in het Stedelijk Museum Amsterdam.

E over N III 4
‘Na Fesie’ (De Toekomst, 1953), Collectie: particulier / FOTO Ellis Doeven

‘De geboorte van Boni’ beleefde in Paramaribo op 1 juli 1956 zijn première tijdens de viering van de afschaffing van de slavernij in het deftige theater Thalia. Bruma tekende voor de regie en Nola schilderde natuurlijk de decors. Ditmaal samen met haar leerlingen Armand Baag en Ruben Karsters.  In 2001 ging het in de regie van Felix Burleson in reprise.

Coronavrij terras

Nola hielp graag bij het maken en ontwerpen van kostuums en decorstukken, maar werd liever niet herinnerd aan haar vorige loopbaan. De filmhistoricus Geoffrey Donaldson die de geschiedenis van de zwijgende film in kaart bracht, liet ze in 1968 weten: “Ik heb een behoorlijke naam als schilderes en kunstpedagoge en zou deze niet willen vertroebelen door herinneringen aan voor niemand belangrijke feiten. Ik heb als actrice nooit werkelijke betekenis gehad.”

Toch verwijst de opengeslagen krant in ‘Op het terras’,  onmiskenbaar naar het bloeiende culturele leven van Amsterdam waarin niet alleen zij, maar ook de geportretteerde man destijds een partij meeblies. Binnenkort meer informatie over deze man die – geheel corona-proof – op het punt staat in het schuim van zijn pils te happen.▪SAX 11 logo

+++

MEER INFO www.nolahatterman.com/toneel/

TEKST Ellen de Vries

BEELD ©Copyright op het werk van Nola Hatterman berust bij de erven Hatterman. Copyright op het werk van Armand Baag berust bij de erven Baag.

Statement Ellen de Vries: “Na mijn biografie Nola. Portret van een eigenzinnig kunstenares (2008) heb ik Nola Hatterman (1899-1984) nooit meer helemaal uit mijn brein kunnen bannen. Is zo’n zoektocht ooit af? Nee. Verandert zo’n journey de kijk op je hoofdpersoon? Ja. Het veranderde – reizend vanuit een ver verleden terug naar het heden – zelfs de blik op mijn eigen leefwereld. En zo hoort het ook: een portret dat terugpraat.”

+++

Reproducties van Nola Hattermans kunst, zoals die gedurende de maand maart 2020 te zien waren bij Geen kunst zonder kunnen. 40 repro’s van Nola Hattermans mooiste werken in Readytex Art Gallery , Paramaribo, Suriname, zouden vanaf april 2020 te zien zijn in Museum Fort Nieuw Amsterdam in Suriname. Vanwege de COVID-19-crisis is dit voor onbepaalde tijd uitgesteld. Wel zijn de reproducties nu overgebracht naar Nieuw-Amsterdam.

Eind 2020 maakt haar werk deel uit van de expo Surinaamse School in het Stedelijk Museum AmsterdamDe curatoren van Surinaamse School zijn: Jessica de AbreuClaire van ElsMitchell Esajas, Carlien Lammers, Bart Krieger en Ellen de Vries, adviseur is Chandra van Binnendijk. Dit project is op initiatief van Ellen de Vries tot stand gekomen en mede gebaseerd op haar onderzoek naar Nola Hatterman.

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s